Er zijn verschillende soorten faalangst:
– cognitieve faalangst
– sociale faalangst
– motorische faalangst
cognitieve faalangst
Kinderen met cognitieve faalangst zijn bang om fouten te maken tijdens toetsen, overhoringen of dictees. In de klas tijdens het werken gaat het prima en merkt de leerkracht dat de oefenstof wordt begrepen. Zodra het moment van presteren in de buurt komt, slaat de paniek toe. Dit kan leiden tot blokkeren omdat het brein alleen maar bezig is met denken aan falen. Het hoofd zit vol met belemmerende gedachten zoals “Ik kan dit niet”, “Ik maak vast alles fout”. Het werkgeheugen zit vol met deze gedachten, waardoor er geen ruimte meer is om aan de geleerde stof te denken.
Kinderen met actieve faalangst gaan van te voren extreem veel leren. Ze proberen vaak letterlijk alles uit hun hoofd te leren en hebben veel moeite met het maken van samenvattingen. Ze zijn bang om iets te vergeten.
Kinderen met passieve faalangst proberen alles te doen om het leren te ontwijken. Grote kans dat hij presteert onder zijn niveau en wordt bevestigd in het idee dat hij het toch niet kan. Dit is een heel vervelende vicieuze cirkel. Voor ouders is dit heel moeilijk om mee om te gaan. De frustratie richt zich vaak op de ouders en de sfeer wordt er niet gezelliger op. Vooral omdat je ziet wat je kind zou kunnen helpen, maar hij het niet van je wilt aannemen.
sociale faalangst
Kinderen met sociale faalangst zijn bang wat anderen over ze zullen denken. Die gedachten kunnen er toe leiden dat ze niet naar feestjes toe durven gaan, bang zijn om iets te vragen, heel zachtjes spreken, denken dat de ander negatief over ze praat, angst om een vraag te stellen in de klas, blokkeren als de leerkracht een vraag stelt..
Bouwen aan het zelfvertrouwen is hier essentieel. Daarnaast een stukje gedachteverandering middels het GGGG- model.
motorische faalangst
Deze vorm van faalangst heeft te maken met de motoriek. Vaak zijn deze kinderen bang om te vallen, angst voor de sensatie van het koprollen, bang om de controle te verliezen.. Belangrijk is dat je het kind niet forceert iets te doen waar het bang voor is. Bespreek de angst, ga stapje voor stapje oefenen. Ga pas verder als het kind vertrouwen voelt.
De faalangsttraining is geschikt voor al deze soorten faalangst doordat er vanuit drie pijlers wordt gewerkt:
– bouwen aan zelfvertrouwen
Een kind dat zelfvertrouwen heeft, durft zichzelf te zijn. Is zich bewust van zijn of haar eigen kunnen en zal minder last hebben van belemmerende gedachten.
– herkennen van en omgaan met spanning en ontspanning
Door bewust te zijn van de spanning het lichaam, kan het kind de geleerde tools inzetten om te ontspannen. Ontspannen is een manier om het brein te resetten, de blokkade van de negatieve gedachten op te heffen.
– veranderen van gedachten
Het inzetten van helpende gedachten, ontwikkelen van een groeimindset en inzicht in het GGGG- model zijn instrumenten om negatieve gedachten om te zetten naar positieve gedachten.